Slaap

Ouderen slapen over het algemeen korter dan ze gewend zijn, gemiddeld 6 uur. Ook slapen ze over het algemeen wat oppervlakkiger dan ze gewend zijn. De slaap is wel ingetreden, maar zij merken hier minder van. Wanneer zij wakker worden kunnen ze het gevoel hebben dat ze helemaal niet hebben geslapen. Door de kortere en oppervlakkige slaap ervaren ouderen soms een slaapprobleem, terwijl er feitelijk geen sprake is van een slaapstoornis maar een verstoorde slaapbeleving. De verstoorde slaapbeleving moet wel serieus worden genomen. 

Bij een verstoorde slaapbeleving horen andere interventies dan bij een slaapstoornis. 

 

Bron: Boonstra J. & Van der Sande J. in: Bakker T., Habes V., Quist, G., Van der Sande, J., Van de Vrie, W. (2019) Klinisch redeneren bij ouderen. Functiebehoud in levensloopperspectief. Bohn Stafleu van Loghum.