Pijn anamnese ALTIS

Om een goed en volledig beeld te krijgen van de pijnklachten, het type pijn en de mogelijke oorzaken en gevolgen kan bij de anamnese de zogeheten ALTIS-methode gebruikt worden. Deze methode is een hulpmiddel waarbij de Aard, de Locatie, de Tijdsduur, de Intensiteit en de Samenhang met andere zaken of bezigheden systematisch in kaart worden gebracht. Let op of pijn het probleem is of van invloed op andere problemen. Denk hierbij aan revalidatie die wordt belemmerd door pijn. 

  • A:  Aard van de pijn: ga na wat voor pijn de patiënt heeft (acuut, zeurend, branderig) tintelend). Is er iets voorgevallen? Wat is volgens de patiënt de oorzaak van de pijn?
  • L:  Locatie van de pijn: gebruik eventueel een pijnkaart indien de patiënt het lastig vindt de plek aan te wijzen.
  • T:  Tijdsduur: sinds wanneer en op welke momenten heeft de patiënt pijn?
  • I:  Intensiteit en impact: hiervoor kan een assessment/instrument worden gebruikt, zoals VAS, NRS , REPOS etc. Welke activiteiten worden belemmerd door de pijn? Pijnvermijdend gedrag observeren: aantal uren in bed doorgebracht, gebruik van pijnstillers.
  • S:  Samenhang: wat lokt de klacht uit, zijn er nog andere klachten?

Bron: Bleijenberg N. & Van der Sande, J. in: Bakker T ., Habes V., Quist, G., Van der Sande, J., Van de Vrie, W. (2019) Klinisch redeneren bij ouderen. Functiebehoud in levensloopperspectief.  Bohn Stafleu van Loghum