Piramide van Buurman

De Piramide van Buurman kent 5 stappen die door verschillende hulpverleners worden uitgevoerd.

  • Stap 1 : Zowel een verzorgende als een verpleegkundige hebben de verantwoording om te signaleren welke gebieden van de cliënt mogelijk kwetsbaar zijn. 
  • Stap 2: Het verschil tussen niveau 3 en 4 zit in de interpretatie van de verkregen gegevens uit het Geriatrisch Assessment. Alleen niveau 4 is competent om een Screenend Geriatrisch Assessment uit te voeren. 
  • Stap 3: Op basis hiervan kunnen in samenspraak met de cliënt en mantelzorgers prioriteiten en doelen worden gesteld. Ofwel: herkent de cliënt het probleem en wil hij er iets aan doen?
  • Stap 4: In principe worden alleen de problemen die de cliënt herkent en iets aan wil doen, verder onderzocht m.b.v een diagnostisch assessment.  In dit geval moet de cliënt worden doorverwezen naar een gespecialiseerde verpleegkundige.
  • Stap 5: De verpleegkundige is competent om een zorgplan op te stellen.

Het diagnostisch assessment (stap 4) wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde vpk (HBO vpk, Geriatrische vpk of POH ) en de (huis)arts. Voorwaarde is dat een cliënt de problemen herkent en er iets aan wil doen.  Dit wordt in stap 3 besproken.

Het doel van het diagnostisch assessment is om meer zicht te krijgen op de oorzaken van het probleem en de samenhang met andere kwetsbaarheden. Tijdens het diagnostisch assessment wordt gekeken naar o.a. verstoringen in de orgaansystemen, andere geriatrische problemen, maar ook naar persoonlijkheidskenmerken, sociale functiekenmerken, levensgeschiedenis, restcapaciteit en gebruik van hulpmiddelen. 

 

Bron:

Calibris (2014) Landelijke Kwalificaties MBO verpleegkundige en Calibris (2014) Landelijke kwalificaties MBO verzorgende IG. 

Buurman B. in : Bakker T., Habes V., Quist, G., Van der Sande, J., Van de Vrie, W. (2019) Klinisch redeneren bij ouderen. Functiebehoud in levensloopperspectief. Bohn Stafleu van Loghum.