Pijn soorten
Er zijn verschillende type pijn te onderscheiden, bijvoorbeeld naar tijdsduur en naar de bron van de pijn. Er kan sprake zijn van acute of chronische pijn.
- Acute pijn wordt omschreven als pijn die recentelijk is begonnen en met waarschijnlijk een beperkte duur, meestal met een vastgestelde tijdelijke en causale relatie met letsel of ziekte. (Ready & Edwards, 1992); vaak als gevolg van ziekte, trauma of heelkunde.
- Chronische pijn wordt gedefinieerd als pijn die aanhoudt voorbij het punt, waarop genezing naar verwachting volledig zou zijn (over het algemeen een periode van drie maanden). Chronische pijn kan ook optreden bij ziekteprocessen waarbij genezing niet plaatsvindt, en kan eveneens worden ervaren wanneer er geen aanwijzingen voor weefselschade zijn (Harstall & Ospina, 2003). Chronische pijn komt bijna niet voor zonder andere comorbiditeiten. De NANDA hanteert voor chronische pijn een tijdsduur van zes maanden in plaats van drie maanden.
Wanneer er onderscheid gemaakt wordt naar de bron van de pijn dan kan er sprake zijn van nociceptieve, neuropatische pijn of centrale pijn.
- Nociceptieve pijn wordt veroorzaakt door een prikkeling van de zenuwuiteinden en is pijn die duidt op weefselschade (huid, spieren, bot, de ingewanden). De pijn kan stekend en of zeurend aanvoelen en kan zowel chronisch als acuut zijn.
- Neuropathische pijn ontstaat door een directe zenuwbeschadiging of een disfunctie van het zenuwstelsel, bijvoorbeeld door de groei van een tumor of door een hernia. Deze pijn voelt vaak branderig of tintelend aan.
- Bij centrale pijn worden pijnprikkels in de hersenen, na schade, zelf gegenereerd. Dit kan optreden na CVA en heet dan post-stroke pijn, of als gevolg van een ander hersenletsel, bijvoorbeeld vasculaire dementie.)
De acute wondpijn wordt veroorzaakt door manipulatie (exploratie, chirurgisch wondtoilet, verwisselen van verbandmateriaal, etc.). Terwijl bij de continue wondpijn de patiënt pijn ervaart zonder dat er gemanipuleerd wordt aan de wond. Continue wondpijn is weer onder te verdelen in nociceptieve pijn (weefselpijn), neuropathische pijn (zenuwpijn) en een combinatie van deze twee (mengpijn).
Bron:
https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/wondzorg_bij_acute_traumatische_en_chirurgische_wonden/wondzorg_pijnbestrijding.html Zie: wondzorg pijnbestrijding, bijlagen, definities
Bleijenberg N. & Van der Sande, J. in: Bakker T . (2019) Klinisch redeneren bij ouderen. Functiebehoud in levensloopperspectief. Bohn Stafleu van Loghum