Pijnmedicatie bijwerkingen, pijnladder

De behandelingsopties met medicatie zijn verschillend voor acute wondpijn en bij continue wondpijn. Bij het systemisch bestrijden van continue wondpijn wordt de WHO-pijnladder geadviseerd.  Lidocaïne en of prilocaïne (infiltratie-anesthesie) worden aanbevolen als middelen van eerste keus om lokaal acute wondpijn te bestrijden.

Ouderen hebben een grotere kans op bijwerkingen van NSAID’s. Verhoogde voorzichtigheid bij het overwegen van NSAID’s is vooral geboden bij mensen met een lage creatinineklaring, gastropathie, hart- en vaatziekten of congestief hartfalen. Een studie naar ziekenhuisopnames door bijwerkingen van geneesmiddelen bij ouderen (≥65 jaar) liet zien dat er in 23 van de 100 gevallen NSAID’s in het spel waren.  De HARM studie (Hospital Admission Related to medication study (2008) toonde aan dat gastro-intestinale bloedingen de meest voorkomende medicatiegerelateerde ziekenhuisopname was.  Bij ouderen is er een risico op een maagbloeding bij chronisch gebruik van een NSAID in combinatie met acetylsalicylzuur in lage dosering of andere antistollingsmiddelen (de Abajo et al, 2001; McKellar et al, 2008). Als verpleegkundige kun je controleren of iemand bij chronisch gebruik van een NSAID ook een maagbeschermer daarbij neemt en wijzen op het belang daarvan.

Bij ouderen kan er een risico ontstaan op een maagbloeding bij chronisch gebruik van een NSAID in combinatie met acetylsalicylzuur in lage dosering of andere antitrombotische  middelen. Omdat NSAID’s vrij bij de apotheek en (online) drogist te verkrijgen zijn is het belangrijk dat je als verpleegkundige het (chronisch) gebruik hiervan en mogelijke bijwerkingen signaleert en met cliënt en voorschrijver of apotheker hierover overlegd.

WHO-pijnladder

Stap 1a (paracetamol): is eerste keus.

Stap 1b (NSAID’s)

Stap 1c (paracetamol en NSAID):

geadviseerd wordt deze over te slaan bij kwetsbare ouderen, omdat deze veel bijwerkingen bij kwetsbare ouderen geven. Voor NSAID’s is alleen een indicatie bij artritis. NSAID’s worden zeker niet aanbevolen bij cardiovasculaire problemen, kanker en nierfunctiestoornissen.

Stap 2 overstappen of toevoegen van zwak werkend opioïd zoals codeïne en tramadol:

codeïne wordt geadviseerd over te slaan, omdat dit geneesmiddel veel bijwerkingen en weinig effect heeft bij kwetsbare ouderen. Alleen bij ouderen met matige chronische pijn bij wie paracetamol onvoldoende pijnstilling geeft en NSAID’s niet geschikt zijn, kan tramadol een alternatief zijn.

Stap 3 (opioïden): morfine, fentanyl en oxycodon hebben de voorkeur bij kwetsbare ouderen op grond van farmacokinetische eigenschappen.

 

Bron:

Verenso 2016. Multidisciplinaire richtlijn pijn bij kwetsbare ouderen. Deel 2 VER-003-32-Richtlijn-Pijn-deel2-v5LR.pdf (verenso.nl)

Leendertse, A. J., Egberts, A. C., Stoker, L. J., van den Bemt, P. M., & HARM Study Group. (2008). Frequency of and risk factors for preventable medication-related hospital admissions in the Netherlands. Archives of internal medicine, 168(17), 1890-1896.

Federatie Medisch Specialisten. Richtlijn wondzorg. https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/wondzorg/wondzorg_pijnbestrijding.html